Vertalingen envelopper de FR>NL
envelopper de (ww.) | bedekken (ww.) ; bemantelen (ww.) ; hullen (ww.) ; inhullen (ww.) ; maskeren (ww.) ; omhullen (ww.) ; verhullen (ww.) ; versluieren (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `envelopper de`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: masquer